Gisteren al reeds 6 maanden zonder papa en Kathy. 6 maand. Het lijkt zo lang maar het voelt ook kort. Soms lijkt het langer. Al immens veel zaken gedaan en meegemaakt zonder hen in de buurt. Zonder een telefoontje, zonder een bezoekje. Gewoon het idee dat het niet meer kan. Soms lijkt het korter, hoezo ik ga mijn papa nooit meer zien? Dat kan toch niet. Ik kan het me niet voorstellen. En toch is het al 6 maanden zo. Onrealistisch.
De eerste week, begrafenis regelen, onzekerheid of het wel kan doorgaan, van her naar der. Regelen, druk en in de weer. Geen tijd. Altijd maar bezig. Een rollercoaster maal 100. Opluchting dat ze toch op tijd terug in ons land zijn voor de begrafenis. Afscheid nemen. Of toch een begin. Een begin van een lange weg. Een weg dat nooit eindigt, zo lijkt het.
Een huis opruimen, stress en frustratie. Dank God voor de kopers. Dank God dat het ons gelukt is. Wat een werk, wat een karwei, veel keus hadden we niet. Leegmaken. Dan was het huis weg.
De eerste keer naar het kerkhof sinds de begrafenis. Het graf is er. De foto’s en de namen kloppen. Het is echt. Ze zijn dood en begraven. Hoe kan dat nu toch.
We weten ondertussen hoe het komt. We weten heel erg goed hoe het gebeurt is, hoe de zoek-actie verlopen is, hoe ze gevonden en ik-zou-willen-typen- gered werden. We hebben foto’s van een paar minuten ervoor en foto’s van erna, rotsblokken. Onwezenlijk.
Al dat bewijs. En toch, ik kan er niet bij.