“Mijn balletjes leven nog!” riep mijn zoon. Zijn geschreeuw sijpelde doorheen 55 conversaties mijn toilet binnen. “Typisch” was het woord dat door mijn hersenen knisperde. In mijn aanwezigheid gebeuren zo’n dingen niet. Het voltallige personeel schoot in actie. Ik sloeg het handen wassen over. Met mijn kop roodgloeiend als een boei stond ik aan onze tafel. Het wc papier hing net niet meer aan mijn achterwerk. “Mijn balletjes leven nog, mama, ze springen weg!” Het 5 koppige personeel stond er verslagen bij. 10 paar ogen keken mij dwingend aan. Ik voelde het gewicht van alle balletjes op mijn schouders rusten.
Ik had mijn man nog gezegd om naar die hamburgertent te rijden. Daar mogen de balletjes rondspringen zoveel ze maar willen. Dit komt ervan. Dit restaurant staat nu op zijn 5 sterren. Ik haalde zo diep adem. Dankbaar dat ik zonet mijn behoefte had gedaan. Duizenden gedachten en zinnen schoten door mijn hoofd. Als balletjes uit een kanon. Na nog een diepe ademhaling en overweging kwam er uit “Dat geeft niet schatje, alles is hier zo vers!” Ik keek zelfvoldaan op. Ik had het er goed vanaf gebracht. Gekalmeerd en een compliment in 1 en dat op 5 seconden tijd.
De tomatenballetjes verbleekten naast het gezicht van de manager. Ik dacht nog dat hij zou beamen. Zijn 5 sterren zou verdedigen. Uit mijn ooghoek zag ik een gast met eenzelfde bestelling zijn bord opzij schuiven. Zijn vrouw vulde ongezien haar handtas met de inhoud van haar maag. De andere gasten deden alsof ze er niet waren. Ik voelde mijn kleur verschieten. Wat had ik er nu weer uitgeflapt.
Het restaurant staat bekend om zijn uiterst zorgvuldige klantvriendelijkheid. We vlogen eruit met zo’n vaart dat niemand het opmerkte. Subtiel was niet toereikend. Ik verdacht ze ervan een teleporter te hebben. Een lastige klant? Geen probleem, zip, poort open en buiten sta je. Een doggybag hadden ze dan weer niet. De balletjes bleven binnen. Ik had honger. “Na 800 meter linksaf” zei de gps op weg naar de dichtstbijzijnde hamburgertent.