Onze school is geweldig. Dat werd dit schooljaar nog maar eens bevestigd als ik zie hoe ze het aanpakken in het eerste leerjaar. De kinderen veilig laten voelen in de klas is prioriteit 1. Ze leren omgaan met hun fouten bijvoorbeeld. Wat niet evident is, ook niet bij kinderen die opgevoed zijn waar fouten maken mag thuis.
Onze school bereid de kinderen heel erg goed voor op het eerste leerjaar. De stap is er veel minder groot dan bij andere (traditionelere?) scholen waar ik vriendinnen/kennissen hoor over vertellen. Maar toch blijft het wel een stap. Er is dan ook zoveel dat die kinderen leren in een eerste leerjaar. Ze leren er schrijven, lezen, rekenen, … werkelijk ongeloofelijk. Voor ons zijn al die dingen vanzelfsprekend maar voor zo’n kind is het dat niet.
De meeste ouders van onze school zijn heel erg positief over hun kinderen en de stap naar het eerste leerjaar. Ik snap dat wel, zoals ik al zei worden ze echt heel goed begeleid. Chapeau. Bij ons gaat het ook wel goed, zoals je kon lezen in een vorig blogje. Maar wij merken op sommige vlakken echt het anders zijn van onze oudste zoon.
Autisme komt van het autisme stoornis spectrum. Spectrum is heel breed, geen enkel mens met autisme is helemaal gelijk aan een ander mens met autisme. Ook zijn er mensen zonder autisme die wel raakvlakken hebben. Dat is normaal. Iedereen is verschillend en de redenen kunnen ook anders zijn. Ik vertel hier hoe het gaat bij ons.
Onze oudste zoon is gelukkig wel zo gegroeid dat hij opeens er alles kan uitsmijten. Dat alles wat zijn hoofdje zo vol maakt eruit gaat. Eens dat gebeurt is gaat het meestal beter. Daarvoor merk je meestal niet dat er iets is. Soms wel maar dat zijn andere situaties. Nu, bij de overgang naar het eerste leerjaar gebeurde het echt opeens.
Het begon in de vakantie met een grote uitbarsting. Dan de vrijdag na de eerste schoolweek en gisterenavond de derde keer. Dan komt er opeens alles uit, begint hij te wenen en te praten. Hij leegt zijn hoofd. Ik hoop toch dat het dan echt leeg is of op zen minst een beter plaatsje gekregen. Zo’n uitbarsting duurt lang, minstens een uur. Een uur waar hij continu dingen eruit gooit, al wenend. Heel erg zielig. Mijn hart ligt dan telkens in duizend stukjes beneden in mijn buik.
Onze oudste zoon en autisme horen samen maar op zo’n momenten word ik er terug zo hard mee geconfronteerd. Dat ik graag in een hoekje zou kruipen om te huilen. Er zit zo immens veel in dat hoofdje, ongeloofelijk.
Dingen waar doorsnee andere kinderen wel mee overweg kunnen blokkeert hij volledig op. Hij wil het zo goed doen. Neem nu als een voorbeeld de “stille werktijd”. Maar wat als ik iets moet vragen? Wat als ik iets niet snap en uitleg wil? Ik moet stil zijn. Iedereen gaat naar mij kijken. Ik heb niet graag dat ze naar mij kijken. Ik ben bang als ze naar mij kijken. En nog minstens 20 andere zaken errond. Terwijl dergelijke zaken voor de andere kinderen logischer zijn. Ze weten dat ze altijd mogen opstaan om naar het toilet te gaan bijvoorbeeld. Dat is zo. Onze zoon denkt daar over na en hij blokkeert. Hij wil het allemaal zo precies goed doen. Hij maakt zo enorm veel scenarios en veronderstellingen in zijn hoofd van hoe iemand kan reageren, van hoe iets kan gaan dat hij niet meer durft.
En dan vertelt hij alles, we vinden er soms logische oplossingen voor. Het is eruit en hij wordt rustig. Zijn hoofd is weer leeg (of toch iets minder vol) om terug gevuld te worden. En ook bij de volgende uitbarsting ben ik er voor hem. Altijd.