Kon ik maar eens alle boze dingen door de versnippermachine halen, zodat er niets meer van overbleef. Behalve sliertjes die niets meer te betekenen hebben. Kon ik maar eens al mijn vervelende herinneringen aan stukjes laten snijden, zodat ze nooit maar dan ook nooit meer terug kunnen komen. Dan zou ik er ook gebruik van maken om alle enge dromen en gedachten erdoor te halen, voorgoed weg, in het niets. Kan ik ze met plezier en een grote glimlach naar het stort brengen en goed begraven onder alle stinkende rommel van de anderen. Weg, ervan af. Nooit meer ruzie, nooit meer oorlog, nooit meer sluipende kruipende denkende gedachten, die er enkel maar zijn om u van uw stuk te brengen. Die er enkel op uit zijn om uw leven even, lang of kort, uw wereldje te doen instorten.
Kon ik maar even de duivel in eigen persoon door de versnipper machine halen, dat hij in duizende stukjes viel, die op zich niets waard zijn. Dan zou ik elk stukje persoonlijk nog kleiner en kleiner en kleiner knippen tot er niets meer van overblijft. Dan moet hij stoppen met mijn leven overhoop te gooien, dan kan ik me richten op wat echt belangrijk is. Kan ik met mijn ogen naar het licht kijken en reiken. Zonder verstrooid te zijn, zonder de kleinste seconde andere gedachten te hebben. Dan pas zou ik rust kennen, dan zou de eeuwige strijd gestreden zijn.
Nee, ik wil geen oorlog of misselijkmakende ruzie’s meer. Wat ik wel wil is gedachtenwisselingen doorspekt met wat gekibbel en onenigheid. Het af en toe ferm oneens zijn met mijn allerliefste, dat maakt het huwelijksleven zo spannend en kleurig. Elkaar proberen overtuigen van uw gelijk want ja, ik en hij hebben beiden gelijk, altijd. Zelfs als we het oneens zijn, dan hebben we beiden gelijk. Beiden koppig maar toch allebei gelijk. Ik hou van hem, ik hou van de woordwisselingen en de eigenaardige trekjes van ons. Dat wil ik niet door de versnipperaar halen.
Af en toe heb ik wel eens de pest aan al dat koppig gedoe, vooral van mij. Ik heb de pest aan mezelf als ik te koppig ben. Ik moet leren stoppen, mijn grenzen kennen. Maar het is zo leuk, overal een antwoord op weten, alles zien hoe het kan, het uitleggen. Misschien moet ik er een school voor oprichten “Master in onenigheden weten naar de hand te zetten.”. Ja, dat is het. Ook redelijk simpel toch? Je koopt een gebouw, wat stoelen en banken een bord (niet met krijt want daar ben ik allergisch aan) en natuurlijk enkele versnippermachines om anderen hun ideeën erdoor te halen wanneer ze me ongelijk geven.