Het boek begint met een heel sterk punt, ouders krijgen vaak commentaar als de kinderen ontsporen, maar vaak worden die ouders wel niet geholpen. Of begrepen of ondersteund. Gelukkig is dat nu wel al iets beter, maar we zijn er nog niet helemaal.
Het boek geeft inzicht in het waarom pubers zich gaan verzetten. En toont aan dat het ook anders kan. Er worden drie categorieën van ouders gemaakt: De winnaars, de verliezers en diegene die daartussen afwisselen. En de introductie van een nieuwe categorie, de “geen-verliesmethode“, waar echt niemand verliest, niet de ouder en niet het kind. Om het allemaal in te kaderen, om er wat voeling mee te krijgen legt Gordon het uit aan de hand van het begrip acceptatie. Dat voorgesteld wordt in een gebied, een gebied waarin er acceptatie is en een gebied waar acceptatie ver te zoeken is. Die gebieden zijn verschillend van grote bij mensen die bij de winnaars of bij de verliezers horen. Ook is dat veranderlijk, als je je goed voelt zal de acceptatie groter dan als je bijvoorbeeld hoofdpijn hebt. Het gaat erom dat je er inzicht in krijgt, een beetje zelf beschouwing hoe dat bij jezelf zit. Het kan een opening zijn om te zien waarom je soms echt geen acceptatie hebt en wanneer juist wel.
Ook kaart hij aan dat consequent zijn niet altijd hoeft op de manieren zoals wij denken, ook dat ouders geen gesloten front moeten vormen. Het gaat erom dat we echt zijn, authentiek. Want schijnacceptatie hebben de kinderen vlug door en dat kan voor veel verwarring en onzekerheid zorgen bij het kind.
Via het acceptatie of niet acceptatie gebied gaan we kijken in welke probleem zone we zitten. Soms is er geen probleem, maar als er wel een probleem is is het heel erg belangrijk dat je kan bepalen bij wie het probleem ligt. Ligt het probleem bij de ouder of bij het kind. Dat is belangrijk om te weten of je actief kan luisteren of dat je misschien je confrontatievaardigheden gaat bovenhalen.
Gordon bekijkt hoe de acceptatietaal in elkaar zit, hoe je daarbij laat merken dat je het kind niet afwijst en hoe je de deur openhoud. Ook krijg je een overzicht van de 12 communicatieblokkades, of valkuilen want bij mij voelt het eerder zo. En dan nog een stapje verder naar echt actief luisteren. Waar hij ons laat kijken naar wat we allemaal nodig hebben om effectieve communicatie te hebben. Ook zijn er regelmatig praktijk voorbeelden waar hij vaak verwijst naar echte situaties van echte mensen. Een handvat om het echt in praktijk te kunnen brengen al is het naar mijn ervaring het doen en er in groeien echt noodzakelijk om het te leren. Ook worden er fouten en vooroordelen aangehaald en uitgeklaard.
Wat ik ook geweldig vind is dat er ook gesproken wordt over dat je dit ook kan doen bij heel jonge kinderen en zelfs baby’s. Al heb ik wel een klein probleem met het voorbeeld dat hij aanhaalt (de baby een grote fles geven voor hij gaat slapen zodat hij langer voldaan is) maar het principe zelf sta ik helemaal achter. Dat is ook (een deel van) de reden waarom Eden gewoon bij ons slaapt ’s nachts. Zo kom ik tegemoet aan zijn behoefte voor nabijheid en frequent eten, en mijn behoefte om te blijven liggen en zo meer slaap te halen.
Daarna gaat hij in op situaties waarbij de ouders een probleem hebben, denk aan bijvoorbeeld dat een tienerzoon te luide muziek afspeelt in het huis. Of dat er overal rommel (speelgoed?) ligt. Hij haalt aan hoe je effectieve communicatie kunt hebben met respect voor iedereen zijn behoeftes. Het verschil tussen een jij boodschap en een ik boodschap, deze laatste gaan we helemaal dieper op in want dat is de manier om het te doen. Ook in dit deeltje krijgen we veel praktijkvoorbeeldjes en zien we enkele aannames en vooroordelen. En focust hij ook zeker op verborgen jij boodschappen, want vaak is dat niet zo duidelijk helaas.
Er worden ook mogelijkheden gegeven wat er allemaal kan veranderen, eentje daarvan is bijvoorbeeld de omgeving veranderen. Daarom staat hier sinds Eden kruipt het katteneten in de berging zodat we op tijd de deur kunnen dichtdoen en hij er niet mee kan spelen of van eten. Maar ook dergelijke veranderingen kunnen heel nuttig zijn met pubers.
Dan komen we aan het uitgebreider bekijken van de winnaars, de verliezers en de ultieme geen-verlies methode. Dit is waar het bij mij in het boek echt om draait. Daarvoor heb je natuurlijk wel voorgaande kennis en technieken nodig. We bekijken hoe het zit met macht(misbruik) en gezag. En dan de uitleg over de geen-verliesmethode, met veel voorbeelden van echte situaties. Ook praktisch hoe je dat kan doen, hoe je kan brainstormen wat er daarbij heel belangrijk is om ieders behoefte te blijven respecteren.
In het brainstorm gedeelte zijn onze kinderen al heel goed geworden, vooral Emma dan. Het effectief uitvoeren bij Emma is nog niet zover 😉 .
Wat ook wel heel fijn en geruststellend is dat er een heel hoofdstuk dieper ingegaan wordt op vragen van ouders over de geen-verliesmethode. Vragen waar ik me in het begin ook wel in herkende. Het is dan ook vaak heel anders denken over de relaties dat we met kinderen kunnen hebben, hoe het bedoeld is, wat er mogelijk is. Inzien dat puberaal gedrag niet hoeft normaal te zijn.
Als afsluiter heeft hij het over het overbrengen van waarden, want vaak is dat nog net een ander gevoel. En als afsluiter gaan we nog dieper in op een andere manier om met problemen om te gaan, want jaja, ouders kunnen zelf ook veranderen. En dat merk ik in de 5 jaar dat ik mama ben al heel erg goed. Ik had nooit gedacht dat ik nu op die manier zou opvoeden zoals ik doe. En toch, het is helemaal mij.
Ik vind het een goed en duidelijk boek. Ik zou dit boek aan iedereen aanraden. Zeker ook aan beginners, nu ben ik al iets meer ingelezen/geleerd en heb ik nood aan nog meer diepgang.
Het boek kopen: Luisteren naar kinderen van Thomas Gordon