Zalig.
Zalig, het zwarte hoofdje.
Zalig, kin iets naar beneden en smak.
Zalig, de zwarte haartjes kussen.
Zalig, uiting geven aan je liefde.
Zalig.
Lief.
Lief, hoe onze dochter slaapt tegen mijn buik.
Lief, in de roze draagdoek.
Lief, dicht tegen mij aan.
Lief.