geloven

Zenuwachtig, onwennig, wat gaan wij zeggen, wat gaan zij zeggen, wat denken wij, wat denken zij, waar gaat het eindigen, waar staan we over 2 uren, waar staan we over 2 maanden, wat gaat er gebeuren, wat …

Uitademen en inademen. Rustig. Zen. En praten, praten praten. En denken, altijd maar dat denken. Tot de zonnestraaltjes het halen van de donderwolken. Tot de hemel beetje bij beetje opklaart.

Verwachtingen, er zijn altijd verwachtingen. Ook al weet je niet wat er komt, wat er staat te gebeuren of wat je wilt. Toch zijn er verwachtingen. Of is het hoop.

En het besef, achteraf. Het overlopen, hoe het ging.
En het besef, kan een gesprek wel lopen zoals je verwacht als niets het gedane ongedaan kan maken.

Geloven.