Als je zwanger bent ga je doorgaans bevallen van een baby (dat wens ik toch iedereen toe!). Zo’n baby moet eten krijgen. Tegenwoordig kan je kiezen of je borstvoeding geeft of gaat voor flesvoeding. In deze reeks neem ik je mee doorheen mijn keuze hierin. Hoe ik erin groeide en wat ik bijleerde.
Ik bleef worstelen met wat nu écht het beste is voor baby’s. Doorheen de verhitte discussies en het vele lezen vielen alle puzzelstukjes in elkaar. En daar kwam de klik. Ik begon in te zien dat het door mijn eigen toedoen was dat Abel zo’n grote flessen dronk. Leerde hoe je dat stilletjes aan kan aanpassen. Kleinere spenen gebruiken, meer kleinere voedingen op een dag en nog zoveel meer. Maar vooral kwam het besef dat borstvoeding de standaard is, zo heeft de natuur het bedoeld. Daarin zit (in de normale omstandigheden) alles wat je baby nodig heeft, wanneer hij/zij het nodig heeft. Voor Abel was het te laat maar de nieuwe baby zou zeker borstvoeding krijgen.
Alhoewel. Ik ben nogal koppig van aard. Ik ontdekte ook zoiets als “relactatie“. Dat is een proces dat je kan doorlopen om na gestopt te zijn met borstvoeden opnieuw te gaan voeden. Of zelfs voor moeders die een adoptie kindje hebben. Echt wonderlijk! Doormiddel van heel veel te stimuleren, kolven en zeker aanleggen. Ik ging dat doen, ondertussen was ik natuurlijk al enkele maanden zwanger. Dat was niet gunstig voor de relactatie. Het is dan ook niet gelukt. Ik moet er wel eerlijk bij vermelden dat ik het nu ook niet maanden aan een stuk geprobeerd heb.
Naast de overtuiging van borstvoeding dat naarmate ik me verder en verder inlas groeide. Groeiden ook de andere zaken in me: Het niet laten huilen, lekker dicht bij mij dragen, samen slapen … ook was ik benieuwd naar de wasbare luiers dat was wel een iets langere stap voor mij. Toch tot ik het werkelijk durfde te proberen. Eenmaal die luiers in huis ging het nogal vlug, maar dat is voor een andere blog 😉 .
De overtuiging was er eindelijk. Ik zag toen echt in dat borstvoeding niet altijd zomaar iets is dat je maar even kan proberen. “We zien wel hoe het loopt.” Maar dat een goede voorbereiding en vooral goede informatie van enorm belang is! Ik leerde dat je best op verzoek van de baby kan voeden, welke hongersignalen er zijn (bij huilen is het al vaak te laat!), dat baby’s soms echt heel lang willen drinken of net heel kort maar dan heel vlug na elkaar. Dat ze clusteren, dat ze ook ’s nachts heel frequent willen drinken, …
Door het zelf opzoeken, lezen en vragen stellen groeide mijn kennis maar vooral mijn zelfvertrouwen. Ik werd zeker van mezelf en ik zou het niet zomaar proberen bij de tweede baby. Het zou me ook echt lukken.
Met mijn verhaal van Abel nog vers in het geheugen had ik me wel een kolf aangeschaft. Ik vond dat een veiliger gevoel. Ik zou na een 6tal weken beginnen met afkolven zodat ik zeker altijd mamamelk in voorraad had, voor je weet maar nooit. Dat was nodig voor mezelf, in mijn hoofd, om rustiger te kunnen zijn. Uiteindelijk, achteraf gezien, was het niet zo nodig. Gelukkig maar!
Die kolf was er, mijn kennis was er en ik had een goede basis van mensen met veel borstvoedingservaring achter me staan. Ik was er klaar voor. Laat de baby maar komen! Ik kan het!
En ja hoor, het lukte me! Emma kreeg meer dan 1 jaar borstvoeding. Hoe dat jaar verlopen is, de opstart, hoe intens ik er van kon genieten zelfs ondanks de diepe dalen lees je in de volgende blog.