Oefening – Je innerlijke kind

Dus denk je in dat je tegen jezelf praat als kleuter of dat je werkelijk tegen een kleuter praat.

  1. Zou jij dit ook tegen hen zeggen?
  2. Hoe zou jij dat tegen hen zeggen?
  3. Welke woorden zou je wel en niet gebruiken?
  4. Stel je voor dat die kleuter iets misdoet, hoe zou jij reageren op een milde manier?

Eens je dit gedaan hebt, dan geef je antwoord op deze vragen:

  1. Hoe voelde het om tegen jezelf te spreken zoals je zou doen tegen een kind?
  2. Heeft het iets verandert en hoe?