Abel: “Veel soldaten zijn gestorven, maar niet allemaal.”
Abel: “Jaagdieren zijn heel vlug.” Zoo … *toont voor*
Abel: “Zit er achter onze grote kast ook een tunnel?”
Abel: “Boeven kunnen deuren opendoen zonder dat iemand het hoort, ook niet de politie, want die zijn hier niet.”
Abel: “Tijgers en leeuwen zijn jaagdieren, die gaan echt heel vlug.” Kijk, zo vlug … *toont voor*
Abel: “Paarden zijn geen jaagdieren, dat zijn blijdieren, daar worden sommige mensen vlug blij van.”
Abel: “Tijgers en leeuwen kunnen ook heel traag gaan, sluipen is dat dan.” Kijk zo, … *toont voor*
En maak het iets echter: Lees dit nog 30 keer over met enkele kleine variaties en beweeg je hoofd van links naar rechts en volg daarbij Abel met je ogen, geef ondertussen borstvoeding aan Eden en laat Emma en Adam alstublieft ook merken dat je er voor hen bent en Adam is met de ridderzwaarden aan het spelen en heeft per ongeluk abuis kei hard op Emma haar hoofd geklopt waarop die in wenen uitbarst en weigert dichter te komen zitten zodat je haar kan troosten maar moet je met Eden en alles naar daar verhuizen terwijl je het begin van deze zin nog probeert te doen anders “Mamaaaaa, ik ben iets aant zeggen”.